dictionnaire Allemand - néerlandais

Deutsch - Nederlands, Vlaams

auf dem Weg néerlandais:

1. onderweg onderweg


Het pakket is al onderweg.
Het vliegtuig is onderweg van Tokio naar Italië.
Een plotse stortbui heeft mij onderweg naar huis verrast.
Wat betreft onze studenten, één is al naar Boekarest vertrokken en één is onderweg.
Ik was onderweg naar school.
Onderweg naar huis ga ik even langs het postkantoor.
Onderweg naar de eenheid moeten we vele omheiningen doorbreken.
Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.